Heb je een einddoel voor gewichtsverlies in het vizier? Mooi! Maar stel ook tussentijdse doelen, want dat maakt het makkelijker om daarnaartoe te werken. Zo doe je het.
Wekelijkse doelen opstellen
Het is een stuk makkelijker om je ultieme doel te bereiken als je het opdeelt in kleinere, bereikbare tussentijdse doelen. De kans is groter dat je je doel bereikt als je je doel opstelt via SPAR.
Dit staat voor:
- Specifiek
Zeg niet: “Ik wil gezonder eten.”
Maar wel: “Ik ga elke dag 1 stuk fruit aan mijn eetpatroon toevoegen.” - Persoonlijk
Zeg niet: “Ik moet mijn conditie verbeteren, omdat de dokter dat heeft aangeraden.”
Maar wel: “Ik wil aan mijn gezondheid werken, zodat ik net als voorheen op mijn kleinkinderen kan passen.” - Actief
Zeg niet: “Ik wil stoppen met snoepen na het avondeten.”
Maar wel: “Ik start morgen met een stuk fruit na het avondeten als ik trek heb in iets zoets.” - Redelijk
Zeg niet: “Ik wil meer aan beweging doen en ga elke ochtend 5 kilometer hardlopen.”
Maar wel: “Ik ga om te beginnen elke ochtend een kilometer wandelen.”
Bepaal doelen die werken voor jou
Hoe? Hou het om te beginnen op één of twee doelen tegelijk. Hoe meer je aandacht verdeeld is, hoe minder kans je hebt om je doel te bereiken. Gun jezelf de tijd om je eerste paar doelen te bereiken (en dat zo te houden) totdat ze echt deel uitmaken van je routine. Richt je pas dan op nieuwe, verdere doelen.
Hoe gaat dat in de praktijk?
Om een langetermijndoel te bereiken, heb je een traject nodig met kleinere tussentijdse doelen, zodat je ook onderweg voelt dat je progressie maakt. Een tussentijds doel kan zijn om je ongezonde avondsnack in te ruilen voor een stuk fruit, of om twee of drie keer per week een stukje te gaan joggen, of om elke zaterdag boodschappen voor de komende week te doen. Die kleine doelen kunnen op zich onbeduidend lijken, maar na verloop van tijd kunnen ze samen een groot verschil maken.
En niet vergeten…
Verandering komt er niet zomaar. Verandering bereik je door doelen te stellen en van je ervaringen te leren.